maandag 13 september 2010
Corn and Apple Festiavl
Corn & Apple Festival - 9498
In het plaatsje Morden was het de laatste weekend van augustus ‘Mais- en Appelfestival. Wij erheen.
Als er te feesten valt, zien de Canadezen het groots. Het driedaagse feest begon traditioneel met een gratis pannenkoekenmorgenmaal’, groots opgezette kermis met oubollige attractiestanden dat je in Europa niet meer tegenkomt, talrijke snelle hapeettenten en ’s namiddags gratis zoete verwarmde maïskolven met een klik boter en snuifje zout erop. De gepelde maïs werd gekookt in water opgewarmd door een antieke stoommachine, buiten gerold uit het plaatselijk museum.
De zondagmorgen was er een gospel openmis. Aan het grote podium kregen we als lokmiddel gratis koffie. Gek wat ‘gratis’ doet. Pannenkoeken, maïs- en koffiestanden is het altijd braaf aanschuiven in een lange rij voor een gratis hapje. Ook een gratis appelcider drankje (alcohol vrij) stond op het menu.
Lynda Randle - 9587
Na de mis kregen we de gelegenheid kennis te maken met Lynda Randle ‘a woman after God’s own heart’. Als ik haar complementeer met haar warme, hartveroverende stem, antwoordde ze: “Het is een gift van God.”
“I know that God has definitely placed a call upon my life to help tear down the walls between the races that have been built over the years and in their place built bridges.”
“There is a great need today for bridge – builders and still a greater need to help people cross over.”
“People that have never known how to, were afraid to, or just plain refused to in the past.”
Je vraagt niet de ouderdom aan een dame! Lynda Randle werd geboren in Washington, DC en groeide op in de ‘Inner-city’ cultuur.
In november 1989 trouwde ze met Mike Randle uit Kansas City, Missouri. Ook hij groeide op in een wijk van de ‘Inner-city’. Samen treden ze op, hij als predikant, zij met een achtergrondkoor als gospel zangeres.
In 2008 legden ze de basis voor: ‘A Woman After God’s Own Heart” conferentie. Deze conferenties hopen ze in 2011 een international weerklank te laten krijgen, ook over de oceaan naar Europa toe. In Nederland was ze al geweest. België niet. Onze volgende afspraak was dan ook Brugge (Bruges), volgens mij aangeprezen als: “de most beatyfull town in the northern hemisphere” (en ook van het zuidelijk halfrond!)
Je bent nooit te oud om bekeerd te worden. Zeker niet als een vrouw met een warme stem als Lynda je ervan overtuigd! Whaw, wat een vrouw!
Lynda Randle: www.lyndarandle.com.
*
Websites: www.cornandapple.com, Campgrounds aan een mooi recreatiemeer. Zie Lake Minnewaste Recreation Area www.mordenmb.com. Interessant is het Canadian Fossil Discovery Centre met een grote collectie van marine fossiels. Ze herbergen o.a. de beenderresten van de grootste Mosasaur (13 m) gevonden in Canada: www.discoverfossils.com.
In Winkler, 6 km van Morden is er jaarlijks de tweede weekend van augustus het ‘Harvest Festival’: www.winklerharvestfestival.com, www.cityofwinkler.ca.
woensdag 1 september 2010
Een romantisch etentje (Canadian style)
Please wait to be seated - 9800
Het was me al meermalen opgevallen dat er op de winkeldeuren van sommige zaken, voornamelijk kledingszaken, stond: ‘No food, no drinks’. De bedoeling is dat je niet binnenstapt met van die vettige boel en dan aan de kleren gaat frommelen. Canadezen nemen geen tijd voor eten. Die lopen zo de straat op met een kartonnen bekertje drank of een snelle hap. Europeanen werken om te leven. Canadezen blijkbaar om te werken.
Ik vroeg Ingrid of ze niets beters hadden dan die fast food brol?
Ja, dat hadden ze. De betere klasse restaurants. We zouden er een aandoen!
Met m’n West-Vlaamse boerenmentaliteit baggerde ik meteen op een lege plaats af die me wel iets leek. Ingrid floot me terug!
Als je zo een zaak binnenstapt loop je niet direct naar een vrije plaats. Je ga braaf in de wachtlijn staan tot iemand van de receptie je een plaats aanduid.
Een kelnerin liet er geen gras over groeien en met een “hou are you to day?” wordt er echter niet naar je gezondheid geinformeerd maar is het gewoon een algemene openingsceremonie. Ik brobbelde wat als “no bad to day,” of zo en bekeek argwanend de toegestoken menukaart.
Ondanks de prijzen, waarbij je in Europa er nog een Grand Cru bij verwacht moesten we het stellen met een glas water. Als de zaak over licentie beschikt kon alcoholische drank natuurlijk ook. But, no candle lights!
De overijverige serveuze kwam ons om de vijf minuten storen in onze ‘tete aan tete’-conversatie. Die wilde weten of het smaakte, nog iets verlangde en weg schotel op het moment dat ik even rustte met het eten naar binnen te schrokken. Ook hier moest het blijkbaar vooruit gaan.
Ik vroeg Ingrid of dit normaal was. Ja, ze wilden niet dat je met een lege schotel of glas zat te converseren ondanks dat je partner nog aan een halfvol bord zat. Dat stond vies. Daarom nam ze het weg.
“Ja, maar m’n eten was nog niet op!”
“Geen nood, we vragen een ‘dogybag’ en verwarmen het thuis welk even op.”
“Maar hoe moet dat dan met een romantisch etentje uit? Zo bij kaarslicht bijvoorbeeld.”
“In een restaurant kom je om te eten.”
“En hoe maak je dan verder bij een eerste rendez-vous kennis met elkaar?”
“Je gaat buiten wat wandelen langsheen de rivier.”
“Ook in de winter bij min dertig graden?”
“Huh....”
“Ja, het lijk me wel frisjes voor een vrijage.”
“Je kan altijd nog vragen: bij jouw of bij mij thuis.”
We hebben de zaak verlaten met elk een lizimo doosje etensresten.
“Zullen we het opwarmen bij jouw of bij mij thuis?”
Onze volgende afspraak was Pizza Hut.
Precious Blood Parish
De ‘Precious Blood Parish’ - 9378
Om een nieuwe kerk uit de grond te stampen heb je wel eens een duwtje nodig van ‘Hogere Hand’. In 1950 werden de kapel en school (gebouwd 1945-46) ‘mirakuleus gered voor de vloed door tussenkomst van Onze Lieve Vrouw,’ lees ik in het pamflet ‘Treasure of architecture.
In 1968 tekende architect Etienne Gaboury de huidige houten kerk.
Gaboury was geboren op 24 april 1930 in Bruxelles (Manitoba). Hij was de jongste van 11 kinderen. Hij volgde post secondaire studies latijn. Voor architectuur studeerde hij aan de Universiteit van Manitoba en bekwam een beurst van de Franse regering om zich verder te specialiseren aan de l’Ecole des Beaux-Arts in Parijs. Hij verbleef er een jaar en werd er geinspireerd door de werken van de Zwitserse architect Le Corbusier, ook al beroemd om zijn religieuze bouwwerken (*).
In 1965 kreeg hij opdracht van de aartbisschop van St.Boniface om de nieuwe kerk ‘Precious Blood parish’ uit te werken. Hij inspireerde zich hierbij op de prairies rondom Winnipeg (....). Tot vandaag bekend als zijn beste werk.
Bezoek mogelijk op dinsdag-vrijdag van 11u,30 tot 18u,30 en op zaterdag vanaf 10 tot 17 uur.
200 Rue Kenny (St.Boniface) R2H 2E4 Winnipeg MB. E-mail: psang@mys.net.
(*) Zie ook ‘Zwerven in Zuidwest-Europa’ - Unibook.com
donderdag 26 augustus 2010
Folklorama
Korea - 8775
De twee eerste weken van augustus was het in Winnipeg wereldfloklore geblazen. Meer dan veertige landen richtte een paviljoen in met nationale shows en specialiteiten van hun origineel thuisland. Het was ‘the Event of the Year, the longest-running festival of its kind in the world,’ lees ik in het programboekje www.folklorama.ca.
De deuren openden om zes uur ‘s avonds en sloten ten laatste om middernacht voor het grote publiek. Drie a viermaal per avond werd een show ten beste opgevoerd. De paviljoens lagen verspreidt over het ganse stadsplan wat meerdere bezoek aan verschillende paviljoenen per dag bemoeilijkte door haar verspreiding. Door de massa belangstelling was het dan ook naar goede Engelse oergewoonte braafjes aanschuiven in de ‘queue’ (rij). Tussen twee voorstellingen was het dan ook anderhalfuur (vorige bezoekers naar buiten, nieuwe naar binnen) en na betaling van $6 dat we binnen konden. Ook den afstand speelde een rol. Tussen het paviljoen van bv Oekraine en Mexico lag bv 12 km stadscrossen. Doe dat maar met het voertuig waarover ik beschikte: een 9 meters lang en 2,40 meters breed metende RV. Tweemaal is het me gelukt er twee te bezoeken doordat ze maar enkele kilometers van elkaar verwijderd waren. Met andere woorden, het werd keuzes maken en de weg erheen goed in het hoofd plannen. 45 paviljoens bezoeken in twee weken mocht je vergeten.
Beoordelen van de shows is moeilijk omdat ze allen hun eigen culturele achtergrond hadden. Toch sprongen er volgens mij gedacht toch enkele uit waaronder Oekraine. Oekrainers zijn het meest vertegenwoordigd volk in dit deel van Canada. Ook niet moeilijk, ze hadden keuze tussen 24 folklorische dansclubs en folkensembles. Mexico scoorde door zijn wild stampende kleurlijke dans. Spanje was voor mij een verrassing. Het stond niet op mijn programma. Maar het lag nu net om de hoek! En er was parkingmogelijkheid! Dat op de grond gestamp met castagnettengekletter was nu ook niet zo mijn cup of thea.
*
Canadian Flamengo
Spanje - 8888
Spanje pakte meteen de stier bij de horens met een daverende startopening. Alle dansen zouden door vrouwen uitgevoerd worden (geen mannen dus). Meteen kregen ze de volle zaal plat. Fiesta. Dat was pas genieten. De classieke flamencozanger met de schorre stem, die het ook niet kon schelen dat z’n lief er met een andere vandoor was, bleef achterwege en bleef gereserveerd voor de in Spanje zomers zonnekloppende toeristen.
Een correografie van Canadian Flamenco met een orientaal toetsje zorgde dat de dames een elgante wervelende show opvoerden waarvan we Europa nog wat kunnen opsteken.
*
Belgische Club
Belgian Club - 8755
Ik stond aan te schuiven bij de stand van Mexico. Voor mij stonden twee vrouwen de shows te bepraten. Volgens ik vernam was de ene – overvals boerentypen met dito kledij - afkomstig uit Dresden toen ze met haar ouders op 17 jarige leeftijd naar Canada verhuisden. De andere een stadsmadam van Russische origine, nieuwe coiffure en goed opgetut zoals Russische vrouwen daar een patent op hebben.
Er was een kind bij. Soort op fast food overlevende Dik Trom. Er werd aan het kind gevraagd wat hij het beste land vondt. “Belgium!” was het kordate antwoord en waarom? Omdat ze er goede wafels hadden. Daarmee was de toon ook gezet.
De Belgen, meestal Vlamingen uit de Westhoek van Veurne, Poperingen en Kortrijk, hadden als zaal hun eigen club. De show was niet zoals de andere landen een professionele doening maar hield het bij de oude tradities van de echte Breugeliaanse volksdansen. Dansen op houten klompen, op stelten en het drinken van een glasje wijn met een levende visje erin, kwamen aan bod. De eerste prijs voor originaliteit dus!
Het sympathieke kwam natuurlijk dat ze op eigen plein speelden. Op de bovenverdieping een aangenaam lokaal waar een accordionnist voor de muzikale noot zorgde en er pralines en gebak aangeboden werd. Ook het kantklossen werd er gedemonstreed.
Brazilie - 8684
Kloeke limbo danser uit Trinidad-Tobago - 8995
*
Bezocht
Roemenie www.romanianfolklorama.ca.
Oekraine (geen website meegedeelt!)
Mexico www.mexycan.org.
Rusland www.russiamanitoba.ca.
Brazilie www.guanabara.ca, www.brasilpavilion.ca, www.vivabrasil.ca.
Africa/Caribbean www.afro-caribbean.org, Winnipeg Steel Orchestra: www.winnipegsteelorchestra.com.
Belgie www.belgianclub.ca. Nederland en Luxemburg waren jammerlijk niet vertegenwoordigd.
Korea (geen website megedeelt!)
Spanje www.theatreflamenco.ca.
Portugal (geen website meegedeelt!)
Slovenie www.canadianslovenian.mb.ca, www.slovenia-tourism.si.
Caribbean www.caribbeancommunity.tripod.com. Hier was het de vrouwelijke limbodanser dat de show stal.
Chili lindo
Servie www.kolo-winnipeg.ca.
Hongarije www.kapisztran.com.
Info:Folklorama: www.folklorama.ca. Winnipeg Cultural Capital of Canada 2010 www.artsforall.ca.
Caribbean lindo - 8942
Golden Boy
Een bronzen kunstwerk als scheepsballast
(De Golden Boy van Manitoba)
Golden Boy boven op het Legislative gebouw van Winnipeg
We maakten een begeleid bezoek in de Legislature Building in Winnipeg. Onze gids was een jonge vrouw die heel wat te vertellen had over het gebouw dat oorspronkelijk groots gezien was om de toekomstige drie miljoen bewoners van de provincie een wetgevende lichaam te geven.
De twee bizon’s aan de marmeren trap - 9099
De twee elk vijfton wegende bizons aan de monumentale trap van Italiaans marmer stonden er nog onaangeroerd. Volgens onze gids kon niemand vertellen hoe die daar gekomen waren!?! We volgde haar de trap op naar boven en kwamen uit op een zaal waar in het midden een waterputachtig rond gat met marmeren balustrade stond. De gids vertelde dat het gedeelte van het plafond boven ons Romeins was. Waar we stonden Grieks- en benedenvloer (te zien op de bodem van de put) uit Egyptische architectuur bestond. Als we in de put naar omlaag loerden ontwaarde we in de vloer een in marmer uitgewerkte ster in een cirkel. Ster en cirkel stonden niet in het midden maar raakten zo van boven gezien aan de rand van de put. En nu de truk met de hoge hoed! Als we meedraaiden aan de ronde balustrade bleef het geheel ons volgen en stond niet na een halve toer rond gewandeld hebben rechttegenover ons, wat we toch verwachtte, maar bleef ons braaf volgen. Optisch bedrog?
De ‘Golden Boy’
Nadat we nog wat zalen met uitleg hadden doorlopen en aanhoord - waaronder de raadszaal die als enigste in Canada bestaat uit een halfronde. De vootzitter vooraan met links de verkozenen des volks die het voor het zeggen hebben en rechts (of andersom) de oppositie die altijd tegendraads zijn zoals het in een goede ruzie makende democratie pas - kwam het interessantste dat mij bijgebleven is. De Golden Boy on top van het regeringsgebouw, origineel als ‘Eternal Youth’ gedoopt.
Het gevaarte weegt 1.650 kilogram en is 5,25 hoog. Het werd door de Manitoba regering in Frankrijk besteld en gesculpteerd door Charles Gardet. Allemaal heel goed en wel maar dat gebeurde toen Europa in vuur en vlam stond. De Eerste Wereldoorlog woedde in al haar hevigheid. In deze periode kwam het beeld klaar en werd naar Canada verscheept. Oorlog overzee voeren is er altijd een te kort aan scheepscapaciteit. De Amerikanen die zich ook in de wereldbrand hadden gegooid eisten dan ook het schip op en zo doende maakt onze Golden Boy verschillende reizen mee heen en weer over de oceaan. Het bronzen beeld was wel door de gringo’s aangetroffen maar deze vonden het een goede scheepsballast onderaan het schip. Het bleef er dan ook de ganse oorlog onaangeroerd liggen.
Pas op het einde van de oorlog – met geluk dat het vaartuig niet getorpendeerd werd – kon het in Halifax op de kade gelost worden. Per trein kwam het in 1919 uiteindelijk in Winnipeg aan. In 1940 kreeg het een gouden verflaagje en in 1951 24 karaats bladergoud opgelegt.
Zoek het verdere verhaal maar eens op in Wikipidea: Golden Boy, Manitoba.
(De Golden Boy van Manitoba)
Golden Boy boven op het Legislative gebouw van Winnipeg
We maakten een begeleid bezoek in de Legislature Building in Winnipeg. Onze gids was een jonge vrouw die heel wat te vertellen had over het gebouw dat oorspronkelijk groots gezien was om de toekomstige drie miljoen bewoners van de provincie een wetgevende lichaam te geven.
De twee bizon’s aan de marmeren trap - 9099
De twee elk vijfton wegende bizons aan de monumentale trap van Italiaans marmer stonden er nog onaangeroerd. Volgens onze gids kon niemand vertellen hoe die daar gekomen waren!?! We volgde haar de trap op naar boven en kwamen uit op een zaal waar in het midden een waterputachtig rond gat met marmeren balustrade stond. De gids vertelde dat het gedeelte van het plafond boven ons Romeins was. Waar we stonden Grieks- en benedenvloer (te zien op de bodem van de put) uit Egyptische architectuur bestond. Als we in de put naar omlaag loerden ontwaarde we in de vloer een in marmer uitgewerkte ster in een cirkel. Ster en cirkel stonden niet in het midden maar raakten zo van boven gezien aan de rand van de put. En nu de truk met de hoge hoed! Als we meedraaiden aan de ronde balustrade bleef het geheel ons volgen en stond niet na een halve toer rond gewandeld hebben rechttegenover ons, wat we toch verwachtte, maar bleef ons braaf volgen. Optisch bedrog?
De ‘Golden Boy’
Nadat we nog wat zalen met uitleg hadden doorlopen en aanhoord - waaronder de raadszaal die als enigste in Canada bestaat uit een halfronde. De vootzitter vooraan met links de verkozenen des volks die het voor het zeggen hebben en rechts (of andersom) de oppositie die altijd tegendraads zijn zoals het in een goede ruzie makende democratie pas - kwam het interessantste dat mij bijgebleven is. De Golden Boy on top van het regeringsgebouw, origineel als ‘Eternal Youth’ gedoopt.
Het gevaarte weegt 1.650 kilogram en is 5,25 hoog. Het werd door de Manitoba regering in Frankrijk besteld en gesculpteerd door Charles Gardet. Allemaal heel goed en wel maar dat gebeurde toen Europa in vuur en vlam stond. De Eerste Wereldoorlog woedde in al haar hevigheid. In deze periode kwam het beeld klaar en werd naar Canada verscheept. Oorlog overzee voeren is er altijd een te kort aan scheepscapaciteit. De Amerikanen die zich ook in de wereldbrand hadden gegooid eisten dan ook het schip op en zo doende maakt onze Golden Boy verschillende reizen mee heen en weer over de oceaan. Het bronzen beeld was wel door de gringo’s aangetroffen maar deze vonden het een goede scheepsballast onderaan het schip. Het bleef er dan ook de ganse oorlog onaangeroerd liggen.
Pas op het einde van de oorlog – met geluk dat het vaartuig niet getorpendeerd werd – kon het in Halifax op de kade gelost worden. Per trein kwam het in 1919 uiteindelijk in Winnipeg aan. In 1940 kreeg het een gouden verflaagje en in 1951 24 karaats bladergoud opgelegt.
Zoek het verdere verhaal maar eens op in Wikipidea: Golden Boy, Manitoba.
woensdag 25 augustus 2010
Het ziekenhuis
Het ziekenhuis
Er was heel wat te doen dat weekend, de grootste rodeo van Manitoba in Morris. In Neepawa, de wereldhoofdstad van het Lily (lelie-) bloemenfestival en in Gimli een fameus populair internationaal filmfestival. Veel heb ik ervan niet genoten. Ik lag met hevige darmklachten te creperen in het Grace Hospital van Winnipeg.
De avond ervoor had de dienst 911 mij op de truckersparking van de ‘Flying J’ opgeraapt en mij er heen gebracht. Later zouden de dokters verklaren dat het een darmblokkade betrof. Als het na enkele dagen niet uit zichzelf opgelostte zou het snijden worden. Gerekend werd op 10 dagen onderkomen op kamer 433.
*
Nursen
Goed voorzien van een breed achterwerk en dito facade had ook hier blijkbaar de fast food industrie voet aan de grond. Ik werd onder handen genomen door een baboeska – de vrouwen lijken door dat overgewicht hier jaren ouder dan ze in werkelijkheid zijn. Na zich als Nicole voor gesteld te hebben kwam de dagelijkse vragen dat ik duizenden malen per dag zou moeten beantwoorden.
“Did you have passing any gaz?” Vertaling: heb je vandaag al scheten gelaten?
“Did you have belly moving today?” Vertaling: heb je vandaag al gekakt?
Gewassen werd er niet aan bed. Ttz. Je kreeg een teel lauw water, nodige zeep, handdoeken, enz. en help your self. Niet bedlegerigen konden naar de ‘washroom’. Washroom staat niet voor ‘washsalon’. In Canada is dat het toilette of kortweg een WC met lavabo.
*
De verpleging
De verpleegsters dragen geen strak witte ziekenhuisuitfit. Broek en veel kleurige blouzes met bloemmotieven. Bij het pijn doen al bv het geven van een injectie, afsleuren van tape dat lekker in het haar blijft plakken, gebeurt altijd met en resems van “sorry, sorry, sorries....”.
Heater Cariuo, van de Winnipeg Free Press schreef in een colon: ‘Canada is one ‘sorry country’, hierover dat dit fenomeen vermoedelijk komt door hun Britse afkomst. “Als ik in de US negen op tien maal hoor “I’m sorry,” zeg ik: “you must be Canadian”, dan kan je er donder op zegen dat het antwoord steevast: “How did you know,” is.
Verder: Living in a social democracy, we put the collective before the individual. Americans, however, put individual rights before the collective. Canadians are more aware of the big picture, and respond accordingly – with politeness, which is a social convention reflecting civility.”
Verder zijn volgens haar: Canadians are close to the immigrant experimence. Many of our parents and grandparents were immigrants, especially postwar, and came from countries and experiences where to flout authority meant death – we have been taught to be always polite, and not make waves.
We zullen maar aannemen dat dit inderdaad zo is.
*
De verpleging
Op de ongewenste uren van de dag/nacht wordt je gewekt om de bloedruk te meten, de temperatuurmeter onder de tong en een vingertje voor de zuurstof. De conversatie dat er bij hoort is altijd monotoon: “how do you feel?” “Feel okay”. “No pain?” “No pain, en laat me nu verdomme slapen!” “I beg you pardon? “Good!”
De ziekenzusters zijn vriendelijk en professioneel correct. Het verzorgen gebeurt dan ook in snel tempo. Via de neus had ik een sonde naar de maag dat deze moest leeg pompen en zo houden. Pijnstillers (morfine) werden welwillig verstrekt. Canadese ziekenhuizen houden niet van zurige en agressieve patienten die lijden onder ondragelijke pijnen. Het hindert het verzorgingswerk.
*
Blijde intrede
Nochtans was mijn blijde intrede in het ziekenhuis niet mijn beste optreden geweest. Het begon al in de ambulance waar de ziekenbroeders zonder het toedienen van wat dan ook mijn kop afzuurden met vragen naar papieren. In de receptie van de Grace Hopital een herhaling van het vorige. Ook gaf ik hen de telefoonnr. van Ingrid. M’n enigste contact in deze vreemd voor mij onbekende wereld. Ze zouden wel bellen maar vergaten het meteen.
Twaalf uur op Intensive Care nog geen teken van Ingrid. Ik vroeg de hoofdzuster of er wel gebeld was. Ze kon mij niet inlichten. Nu werd ik pas kwaad. Gloeiend kwaad. Dreigde als er meteen niet gebeld werd ik alle medewerking zou weigeren. Ik wist dat Ingrid maar een halve dag in Winnipeg zou zijn voor een nieuwe vracht op te halen en dan in de weidse prairie zou verdwijnen. Voor hoe lang?
De door mij woede uitval van streek gebracht zocht ze mijn dossier, vondt het telefoon en belde waar ik bijlag. Geen gehoor. “Is dit wel het juiste nummer,” ze las het voor. Niet dus. Een cijfer verkeerd. Konden ze in de receptie nog niet eens 10 cijfers correct overschrijven van het papiertje dat ik bij mijn I.K. bewaarde.
Voor mij was de maat vol. Ik vroeg om zelf te mogen bellen. Met het goede nummer. Het mocht. Ik kreeg Ingrid aan de lijn die op het punt stond af te reizen. Geschrokken belde ze haar werk op en kreeg gelukkig vergunnig de duizenden kilometerstellende afstand voor die rit niet te moeten doen.
Het volgende incident was dat niemand het nodig had geacht mijn ziekenverzekering (EuroCross Reisbijstandsverzekering) in te lichten. Ingrid bleef erbij staan tot ook aan deze vereistte werd voldaan. Ziekenhuizen!
*
De zieke collega’s
De ultrafunctionele ziekenhuisbedden waren voorzien van de naam van een schenker of toch van een firmanaam. Ik lag in een vierkamersbed met naast mij een half dode en rechttegenover twee levendige Filippino’s. De ene had de dezelfde problemen als ik en was al geopereerd. We werden dan ook de beste maten. Gedurende het bezoekersuur liep de kamer dan ook nog stampvol met kakelende familieleden van alle leeftijden.
De Filippino’s mochten na enkele dagen naar huis. De bedden werden ontsmet, van verse lakens voorzien en ingenomen door een Indier of Pakistanees. Het verschil ken ik zo niet. Ene droeg wel een tulband.
Hier ook een toeloop van familie. Die bleven. Ook ’s nachts. Bij het verzorgen trokken de verpleegster het gordijn toe. De aziaten verlieten niet de kamer. Volgens het gordijn toeschoof, schoven ze een voor een mee aan de binnenkant ervan naar het ziekenbed toe. Rond het bed stond het dan ook stampvol. Ze hinderden hierbij wel het verplegende personeel maar die vonden dat blijkbaar gewoon. Multiculturele samenleving heeft zo zijn charmes!
*
Parkeerwachter
Vanuit het vierde verdieping van het Grace Hospital zag ik hem. Hij droeg een groen-geel hemd met donkere broek. Hij was druk bezig nummerplaten van de auto’s te noteren. De maximale parkeertijd was twee uur. In Canada gebruiken ze geen blauwe parkeerschijf. De parkeerwachter loopt even langs, krast met een krijtje op de band een streepje. Als hij de volgende ronde (na meer dan twee uur) langsheen komt en het streepje staat nog daar, waaruit blijk dat de wiel niet verdraaid is, behoor je tot de gelukkigen die een prijs gewonnen hebben.
Na vijf dagen werd ik onslagen uit het ziekenhuis. Het had nog wat natte voeten in de aarde. De dokters hadden besloten we wat te houden voor studiemateriaal voor de studenten. Ingrid dacht er anders over.
Er was heel wat te doen dat weekend, de grootste rodeo van Manitoba in Morris. In Neepawa, de wereldhoofdstad van het Lily (lelie-) bloemenfestival en in Gimli een fameus populair internationaal filmfestival. Veel heb ik ervan niet genoten. Ik lag met hevige darmklachten te creperen in het Grace Hospital van Winnipeg.
De avond ervoor had de dienst 911 mij op de truckersparking van de ‘Flying J’ opgeraapt en mij er heen gebracht. Later zouden de dokters verklaren dat het een darmblokkade betrof. Als het na enkele dagen niet uit zichzelf opgelostte zou het snijden worden. Gerekend werd op 10 dagen onderkomen op kamer 433.
*
Nursen
Goed voorzien van een breed achterwerk en dito facade had ook hier blijkbaar de fast food industrie voet aan de grond. Ik werd onder handen genomen door een baboeska – de vrouwen lijken door dat overgewicht hier jaren ouder dan ze in werkelijkheid zijn. Na zich als Nicole voor gesteld te hebben kwam de dagelijkse vragen dat ik duizenden malen per dag zou moeten beantwoorden.
“Did you have passing any gaz?” Vertaling: heb je vandaag al scheten gelaten?
“Did you have belly moving today?” Vertaling: heb je vandaag al gekakt?
Gewassen werd er niet aan bed. Ttz. Je kreeg een teel lauw water, nodige zeep, handdoeken, enz. en help your self. Niet bedlegerigen konden naar de ‘washroom’. Washroom staat niet voor ‘washsalon’. In Canada is dat het toilette of kortweg een WC met lavabo.
*
De verpleging
De verpleegsters dragen geen strak witte ziekenhuisuitfit. Broek en veel kleurige blouzes met bloemmotieven. Bij het pijn doen al bv het geven van een injectie, afsleuren van tape dat lekker in het haar blijft plakken, gebeurt altijd met en resems van “sorry, sorry, sorries....”.
Heater Cariuo, van de Winnipeg Free Press schreef in een colon: ‘Canada is one ‘sorry country’, hierover dat dit fenomeen vermoedelijk komt door hun Britse afkomst. “Als ik in de US negen op tien maal hoor “I’m sorry,” zeg ik: “you must be Canadian”, dan kan je er donder op zegen dat het antwoord steevast: “How did you know,” is.
Verder: Living in a social democracy, we put the collective before the individual. Americans, however, put individual rights before the collective. Canadians are more aware of the big picture, and respond accordingly – with politeness, which is a social convention reflecting civility.”
Verder zijn volgens haar: Canadians are close to the immigrant experimence. Many of our parents and grandparents were immigrants, especially postwar, and came from countries and experiences where to flout authority meant death – we have been taught to be always polite, and not make waves.
We zullen maar aannemen dat dit inderdaad zo is.
*
De verpleging
Op de ongewenste uren van de dag/nacht wordt je gewekt om de bloedruk te meten, de temperatuurmeter onder de tong en een vingertje voor de zuurstof. De conversatie dat er bij hoort is altijd monotoon: “how do you feel?” “Feel okay”. “No pain?” “No pain, en laat me nu verdomme slapen!” “I beg you pardon? “Good!”
De ziekenzusters zijn vriendelijk en professioneel correct. Het verzorgen gebeurt dan ook in snel tempo. Via de neus had ik een sonde naar de maag dat deze moest leeg pompen en zo houden. Pijnstillers (morfine) werden welwillig verstrekt. Canadese ziekenhuizen houden niet van zurige en agressieve patienten die lijden onder ondragelijke pijnen. Het hindert het verzorgingswerk.
*
Blijde intrede
Nochtans was mijn blijde intrede in het ziekenhuis niet mijn beste optreden geweest. Het begon al in de ambulance waar de ziekenbroeders zonder het toedienen van wat dan ook mijn kop afzuurden met vragen naar papieren. In de receptie van de Grace Hopital een herhaling van het vorige. Ook gaf ik hen de telefoonnr. van Ingrid. M’n enigste contact in deze vreemd voor mij onbekende wereld. Ze zouden wel bellen maar vergaten het meteen.
Twaalf uur op Intensive Care nog geen teken van Ingrid. Ik vroeg de hoofdzuster of er wel gebeld was. Ze kon mij niet inlichten. Nu werd ik pas kwaad. Gloeiend kwaad. Dreigde als er meteen niet gebeld werd ik alle medewerking zou weigeren. Ik wist dat Ingrid maar een halve dag in Winnipeg zou zijn voor een nieuwe vracht op te halen en dan in de weidse prairie zou verdwijnen. Voor hoe lang?
De door mij woede uitval van streek gebracht zocht ze mijn dossier, vondt het telefoon en belde waar ik bijlag. Geen gehoor. “Is dit wel het juiste nummer,” ze las het voor. Niet dus. Een cijfer verkeerd. Konden ze in de receptie nog niet eens 10 cijfers correct overschrijven van het papiertje dat ik bij mijn I.K. bewaarde.
Voor mij was de maat vol. Ik vroeg om zelf te mogen bellen. Met het goede nummer. Het mocht. Ik kreeg Ingrid aan de lijn die op het punt stond af te reizen. Geschrokken belde ze haar werk op en kreeg gelukkig vergunnig de duizenden kilometerstellende afstand voor die rit niet te moeten doen.
Het volgende incident was dat niemand het nodig had geacht mijn ziekenverzekering (EuroCross Reisbijstandsverzekering) in te lichten. Ingrid bleef erbij staan tot ook aan deze vereistte werd voldaan. Ziekenhuizen!
*
De zieke collega’s
De ultrafunctionele ziekenhuisbedden waren voorzien van de naam van een schenker of toch van een firmanaam. Ik lag in een vierkamersbed met naast mij een half dode en rechttegenover twee levendige Filippino’s. De ene had de dezelfde problemen als ik en was al geopereerd. We werden dan ook de beste maten. Gedurende het bezoekersuur liep de kamer dan ook nog stampvol met kakelende familieleden van alle leeftijden.
De Filippino’s mochten na enkele dagen naar huis. De bedden werden ontsmet, van verse lakens voorzien en ingenomen door een Indier of Pakistanees. Het verschil ken ik zo niet. Ene droeg wel een tulband.
Hier ook een toeloop van familie. Die bleven. Ook ’s nachts. Bij het verzorgen trokken de verpleegster het gordijn toe. De aziaten verlieten niet de kamer. Volgens het gordijn toeschoof, schoven ze een voor een mee aan de binnenkant ervan naar het ziekenbed toe. Rond het bed stond het dan ook stampvol. Ze hinderden hierbij wel het verplegende personeel maar die vonden dat blijkbaar gewoon. Multiculturele samenleving heeft zo zijn charmes!
*
Parkeerwachter
Vanuit het vierde verdieping van het Grace Hospital zag ik hem. Hij droeg een groen-geel hemd met donkere broek. Hij was druk bezig nummerplaten van de auto’s te noteren. De maximale parkeertijd was twee uur. In Canada gebruiken ze geen blauwe parkeerschijf. De parkeerwachter loopt even langs, krast met een krijtje op de band een streepje. Als hij de volgende ronde (na meer dan twee uur) langsheen komt en het streepje staat nog daar, waaruit blijk dat de wiel niet verdraaid is, behoor je tot de gelukkigen die een prijs gewonnen hebben.
Na vijf dagen werd ik onslagen uit het ziekenhuis. Het had nog wat natte voeten in de aarde. De dokters hadden besloten we wat te houden voor studiemateriaal voor de studenten. Ingrid dacht er anders over.
Abonneren op:
Posts (Atom)