dinsdag 3 augustus 2010

Banff NP


Met zicht op de gletsjer van Lake Louise

Het tweede deel van de reis bracht ons via de Icefield Parkway 93 naar de valleistad Banff. Wat het totaal van beide parkwegen zo interessant maakt is dat deze door de vallei loopt zonder veel geklim of naaldspeldbochten. Het is alsof je vanuit je luie zetel naar een film met prachtige besneeuwde berglandschappen kijkt. Voor je ogen ontrold een onafgebroken serie van ‘kalenderfoto’s’ aan natuur dat je kunt bewonderen zonder storing van dorpen, industrie of wat dan ook. Er blijken ook meer stopplaatsen in dit tweede deel van onze tocht met ‘point de vue’s’. We overnachtte nogmaals op een ‘Self-registration Permit-campground’ voordat we in Lake Louise toekwamen. Ook hier een bergmeer maar turquase gekleurd. Het was eens de favoriete plek van princes Louise, een dochter van koningin Victoria, die hier een ‘optrekje’ had. Meteen ook het grootste gebouw van beide parken samengeteld. Nu een prijzig hotel. Het meer is dan ook meer dan een korte halte. Het toerismebureau in de ‘Village of Lake Louise’ is al een belevenis op zichtzelf. Van de ingerichte tentoonstelling en filmvoortstelling komen we meer te weten over het park en voornamelijk van de dieren die erin leven dan waar ook. Draadloos internetten is beschikbaar in het postkantoor a 5 dollar voor een etmaal.
Lake Louise is ook de draaischijf waar de Trans Canada Highway 1 doorheen loopt. Om het vele vrachtverkeer te ontlopen is er een alternatieve weg, de 1A (de Bowvalley Parkway) wat meer toeristiser is en vrij van zwaar vrachtverkeer. Op deze weg zijn ook vele stopplaatsen met vrij zicht op de schilderachte besneeuwde bergtoppen en waar we ook onze eerste (en laatste) griszzly beer tegen het lijf liepen. Eerder had er al een zwarte beer ons pad gekruist. “Tegen het lijf liepen” is wat overdreven. We zouden het niet meer kunnen navertellen. Het dier was te observeren vanop een van de uitkijkposten langsheen de weg toen het aan het rondscharrelend was tussen de bosrand en een spoorweg. Later lazen we in The Calgary Sun dat er ten westen van Banff een grizzly onder een Canadian Pacific Railwaytrein gedood werd. Onze beer? De krant wist nog te vertellen dat dit al de zesde grizzly was die aangereden werd door de trein op nagenoeg dezelfde plaats sedert 2007.



Berenvrije afvalsbak

Johnston Canyon
Om het af te leren verkenden we nog onze laatste waterval. De Jonhston Canyon werd ontdekt door de avonturier Johnston die er zijn naam aan gaf maar er ook niet rijker op werd. Daarvoor is de hedendaagse souvenirsshop en dito restaurant beter bediend. De eerste waterval is 1,1 km klimmen langsheen een pad dat op sommige plaatsen aan de rotswand verankerd hangt. Dat moet ook een aardig werkje geweest zijn! De tweede waterval ligt nog wat steiler en hoger klimmen. Ik haakte af. Ingrid zette stoer door. Pas twee uur later zagen we elkaar terug op de parking.
De laatste halte werd het stadje Banff zelf. Door het deja vue had het ons niet veel te bieden en we besloten onze berguitstap af te ronden met het zoeken naar een overnachtingsplaats in Canmore. Er waren wel campgrounds maar ook al peperduur. We ‘campeerden’ dan maar gratis op de parking van het toerismebureau, waar ook de truckers tegen beter weten illegaal overnachten.
Dat we er ook gratis onze afvalwater in een ‘Sani-dump. kwijt konden was zo meegenomen.


Fred, de prairiedog zoekt naar iets lekkers in Ingrid’s rugzak. De prairiedog is het hoofdfiguurtje uit een van Ingrid’s Kinderverhalen toen de prairiedieren nog konden praten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten